Op de leestafel…..Hundertwasser

Op mijn leestafel heb ik graag ter inspiratie boeken liggen. Nu ligt er een boek over Friedensreich Hundertwasser (1929-2000). Wat een bijzonder kunstenaar!

Velen kennen hem wel als de architect van gebouwen en wijken, bijvoorbeeld in Oostenrijk. Hij maakte ook veel schilderijen. Al jong was hij gefascineerd door schilderijen waarop bomen bijna als menselijke gedaanten afgebeeld waren maar ook door schilderijen waarop de schilder als het ware de huid van een gebouw had kunnen treffen, alsof het zacht en aanraakbaar was, zoals Egon Schiele dat kon doen.

Dat aanraakbare werd ook voelbaar in zijn werk

Zijn schilderijen en architectuur hebben zoveel eigenheid door de organische vormen. Er is werkelijk geen lijn recht.

Zelf vond hij de rechte lijn een aanval op de gezondheid. Omdat ze niet voorkomen in de natuur beschouwt hij ze als een vorm van geweld waarop een organisme niet is voorbereid. Het stuurt een alarmsignaal naar de hersenen wat daar een stressreactie veroorzaakt en is daarmee constante vorm van stress.

Daarin geeft hij blijk van bijzonder inzicht ín en verbinding mét de belevingswereld van mensen, want inmiddels is uit studies gebleken dat mensen in een groene omgeving gezonder zijn dan mensen zonder groen om zich heen.

Over zijn eigen manier van werken zei hij: ‘I close my eyes halfway just as when I conceive paintings and I see the houses dunkelbunt instead of ugly cream colour and green meadows on all roofs instead of concrete’.

Hundertwasser was ook schilder. Zijn schilderijen kenmerken zich ook door alle gebogen, organische en tactiele lijnen en door zijn prachtige expressieve kleurgebruik. Hij was iemand die dat aanraakbare, het besef dat we leven en onderdeel zijn van het leven om ons heen altijd vormgaf in zijn werk. Een kunstenaar en filosoof, een idealist met visie, zo zou ik hem graag willen noemen.

In zijn boek viel mijn oog op zijn schilderij ‘The garden of the happy death’. Het schilderij bestaat uit vlakken die gezichten en doorsneden van bomen voorstellen. Soms bijna niet van elkaar te onderscheiden.

Het is een begraafplaats volgens zijn ideaal

Hij wilde het liefst dat we de doden zo dichtbij als mogelijk begraven, en vooral ook niet te diep en in natuurlijk materiaal. Zo kunnen er bomen groeien en zich voeden met wat is gestorven is. Het geeft daarmee natuurlijke cyclus van leven en dood vorm. Als je bij zo’n graf op bezoek gaat ontmoet je niet alleen de dood, maar ook het nieuwe leven.

Hij bracht het zelf in de praktijk door op zijn landgoed in Nieuw-Zeeland, geheel tegen de heersende gewoonte in, een vergunning te vragen en te krijgen voor zijn eigen graf. ‘I am Looking forward to become humus myself buried naked without coffin under a tree on my land in Ao Tea Roa’.